Vergeet je dit, dan krijg je niemand mee in je vitaliteitsprogramma
Jul 09, 2025
We zijn dol op quick fixes. Een Ozempic-pil om kilo’s kwijt te raken, een ijsbad voor ultieme focus, een app voor meer rust in je hoofd. We willen snel resultaat, zonder gedoe. En het liefst zonder onszelf echt tegen te komen.
Niet zo gek dus dat zo’n 20% van de mensen nog wel enthousiast reageert op een nieuw vitaliteitsbeleid. Maar de overige 80% in beweging krijgen voor de langere termijn? Dát is de échte uitdaging. Gelukkig wél eentje die je kunt aangaan – als je snapt hoe mensen (en hun brein) écht werken.
Jarenlang is het al een thema in mijn leven: sporten. Of beter gezegd: NIET sporten. Mijn broer voetbalde, mijn zus zat bij de wandelvereniging en ik? Ik deed niks. Ja, natuurlijk speelde ik buiten; tikkertje, verstoppertje, stoepranden. Maar sporten? Nooit gedaan.
Het geluk is met mij – dankjewel lieve papa en mama – want wij bezitten goede genen. Dát, en mijn mantra “Ik kan alles eten en kom geen gram aan” creëerde dan ook nooit echt de noodzaak om te gaan sporten.
Maar eerlijk? Echt goed voelde het ook niet. Ik vond het toch wel een beetje slappe hap dat ik niet in de sportschool stond te beulen. (Overigens zet ik wel al 7 jaar elke dag 10.000 stappen, maar da’s tóch anders...) Dat knagende gevoel van niet sporten was op de achtergrond altijd aanwezig.
Een smulrol. Ik?
En ineens was het moment daar. Ik werd 40 en alsof dat een bijbehorend cadeautje was, ontstond er als donderslag bij heldere hemel een smulrol. Zo’n kwabbeltje rondom mijn navel dat voor mij een nieuw fenomeen was.
De rol van struisvogel? Die kon ik niet langer doorzetten. Er moest iets veranderen.
Maar voordat ik überhaupt ook maar één stap richting een sportschool zette, gebeurde er iets bijzonders tijdens een momentje mijmeren. Als popcorn in een popcornmachine popte er een heleboel overtuigingen op:
- “Sporten is zwaar.”
- “Dat lukt me nooit.”
- “Dat houd ik toch niet vol.”
- “Sporten is niks voor mij.”
- “Ik heb een hekel aan zweten.”
Wow. De stemmen in mijn hoofd – ik noem ze altijd Truus en Willemijn – buitelden over elkaar heen. Pas toen ik hen even de ruimte gaf en die overtuigingen echt durfde aan te kijken, kon er iets in beweging komen. Niet omdat iemand zei dat het moest. Maar omdat ik doorkreeg dat het verhaal in mijn hoofd mij meer tegenhield dan mijn agenda of mijn motivatie ooit konden doen.
Je hoofd zit je in de weg
In organisaties verwachten we vaak dat mensen gewoon even meegaan in verandering. Een nieuwe strategie? Tuurlijk. Een training over veerkracht? Daar gáán we dan! Een compleet vitaliteitsprogramma? Leuk toch, wie wil dat nou niet?
Maar:
ZO
WERKT
ONS
BREIN
NIET
95% van ons gedrag is onbewust.
Dat betekent dat mensen niet reageren op jouw plan, maar op hun eigen innerlijke verhalen over dat plan. Dus kom jij aan met een briljant vitaliteitsplan dan is de kans groot dat mensen dit onbewust denken:
“Ik heb hier helemaal geen tijd voor.”
“Dit is weer zo’n HR-ding dat morgen verdwijnt.”
“Als ik hieraan meedoe, vinden ze me straks zwak.”
“Dit is niks voor mij.”
Herkenbaar? Dan heb je nu meteen het antwoord op de vraag waarom maar 20% van je medewerkers meedoet aan dat mooie vitaliteitsprogramma – en de rest stilletjes afhaakt (of überhaupt nooit begint).
Lees ook: Doen jullie aan vitaliteit of vitalitijd?
Gedrag begint onder de oppervlakte
Als je echt wil dat mensen in beweging komen, stop dan met duwen aan de bovenkant. Je moet naar beneden. Naar die 95%. Naar overtuigingen, angsten, aannames, oude patronen.
Als je 80% van je mensen in beweging wil krijgen, zul je met de 95% van het onbewuste aan de slag moeten.
Dat vraagt tijd. Aandacht. En een omgeving waarin het oké is om jezelf tegen te komen. Een cultuur waarin:
- Fouten maken mag
- Kwetsbaarheid geen zwakte is
- Leiders voorleven in plaats van opleggen
- En mensen begrijpen hoe verandering werkt – en wat het met henzelf doet
Verandering werkt niet op wilskracht
Verandering werkt niet omdat je mensen vertelt wat ze moeten doen. Verandering werkt omdat mensen snappen waarom ze doen wat ze doen – en daarin een alternatief gaan zien.
Als je mentale vitaliteit écht van de grond wil krijgen, moet je dus voorbij de oppervlaktelaag van goede bedoelingen. Voorbij de poster in de pantry. Voorbij de lunchworkshop.
Dan heb je te snappen: vitaliteit gaat niet over simpelweg meedoen. Het gaat over ontmoeten. Jezelf. Elkaar. En wat je in de weg zit.
Als je 80% van je mensen in beweging wil krijgen, zul je met de 95% van het onbewuste aan de slag moeten.
En hoe fijn is het dat we bij Hart-grondig veranderen die uitdaging graag aangaan met jou en je mensen.