De lege koekjestrommel
Oct 28, 2025
Nova opent de koektrommel in de pantry en ziet alleen kruimels, de symbolische restanten van collegiale vriendelijkheid. “Typisch maandag” denkt ze licht geïrriteerd. Achter haar sist de koffiemachine alsof hij haar gelijk geeft.
De rest van de afdeling druppelt binnen. Iedereen groet, niemand kijkt echt. Guus roept iets over “de planning van de planning”, iemand lacht te hard en vanuit haar ooghoek ziet ze Julia driftig in haar koffie roeren. Alsof daar de antwoorden op de vragen van het weekend uit naar boven moeten komen.
Nova houdt de lege trommel omhoog. “Wie heeft de laatste stroopwafel gepakt?”
Haar vraag wordt begroet met stilte. “Onderdeel van ons collegialiteitsbeleid zeker,” mompelt ze.
In haar hoofd hoort ze Super. “Jullie mensen zijn wonderlijke wezens,” zegt hij met zijn lage, nasale stem. “Jullie glimlachen, maar niemand meent het echt. Waarom zeggen jullie niet gewoon hoe het gaat?”
“Jullie glimlachen, maar niemand meent het echt. Waarom zeggen jullie niet gewoon hoe het gaat?”, blaft Super.
Ze ziet hem voor zich: haar Franse bulldog met die brede borst en duivels eigenwijze blik. Thuis zijn ze het duo SuperNova. Hij de nuchtere filosoof, zij de dromer. Hij luistert zonder oordeel, zij praat zonder pauze.
Super heeft gelijk, denkt ze. Iedereen hier loopt rond met zijn eigen zorgen. Een zieke ouder, een puberend kind, een scheiding, een sluimerende burn-out, maar niemand zegt iets. We zijn zo gewend geraakt aan doen alsof.
Alsof alles goed is.
Alsof kwetsbaarheid iets is voor in onze vrije tijd.
“Weet je wat raar is,” zegt Super in haar hoofd, “jullie verwachten dat wij honden naar jullie luisteren, maar jullie luisteren niet eens naar jezelf.”
Bijna hardop antwoordt Nova. “Als ik dat zou doen, Super, zou ik niet meer toekomen aan werken.”
“Precies,” bromt hij. “Daarom blijft het bij koekjes en koffiepraat. Als je gewoon zegt wat je voelt, wordt het leven een stuk luchtiger. Maar moet een hond je dat nou leren mens?”
"Als je gewoon zegt wat je voelt, wordt het leven een stuk luchtiger. Maar moet een hond je dat nou leren mens?”
Ze zucht en kijkt de ruimte rond.
Een collega probeert overtuigend te klinken. Een ander zegt dat het “prima” gaat, terwijl zijn ogen iets anders vertellen. En Julia roert nog steeds als bezeten in haar koffie.
Misschien zijn we allemaal gewoon bang om echt te zeggen wat er speelt, denkt ze.
Bang dat iemand iets terugzegt wat raakt.
Later op de middag vindt ze, onder de stapel vergadernotulen van vorige week, toch nog een stroopwafel. Hard, maar nog eetbaar. Zoals de meeste ideeën hier.
Ze breekt hem in tweeën en legt de helft terug.
“Voor jou, Super,” fluistert ze stil voor zich uit.
“We lopen allemaal rond met dezelfde angsten, dromen en verlangens,” schrijft ze later in haar notitieboekje, dat inmiddels als haar dagboek dienstdoet.
“Maar zolang we doen alsof, blijven we eenzaam. Ook al zijn we onder de mensen.”
Super zou erom gromlachen. Met die sonore hondenzucht van hem die ergens tussen spot en mededogen in hangt.
En Nova voelt het: hij heeft weer gelijk.
Zoals altijd.
LEES DOOR IN NOVA'S DAGBOEK: De verzuimrapportage die verzuimt